top of page

Namibie

Bijgewerkt op: 9 sep 2018


We hebben een flydrive in juli/augustus gemaakt van drie weken. We zijn van Windhoek naar de Sossusvlei, via Swakopmund via enkele stops naar Etosha en vanuit daar weer terug naar Windhoek gereden.


Namibie is zo ontzettend leeg en mooi. We zien overal dieren. De woestijn is afwisselend, qua kleuren, reliëf en bergen. Dat had ik van tevoren niet verwacht.


Wij zijn vanuit de Sossusvlei niet verder naar het Zuiden gereden, Fish River Canyon en Luderitz/Kolmanskop moeten ook de moeite waard zijn. Een andere route is vanuit Ethosa noordelijker door een stuk Botswana of via de Caprivistrook met Victoria Falls in Zimbabwe erbij. Ik vind dat je dan voor beiden een week langer moet gaan, anders zit je naar mijn mening te veel in de auto. 


Welke route adviseer ik voor Namibie?


Windhoek is niet zo bijzonder en er is weinig te doen. Er zijn lekkere en leuke restaurants (Joe’s Beerhouse is heel erg bekend). De highlights zijn een kerk, Duits fort, museum en een handwerk centrum. Dat is in een middag allemaal te bezichtigen. Dus bij aankomst en vertrek daar een nacht slapen is meer dan voldoende. Er is ook de sloppenwijk Katutura waar je onder begeleiding doorheen kunt fietsen maar dat vonden we ongepast om te doen (al zijn de reviews op Tripadvisor hierover heel erg positief). 


Luther kerk Windhoek

De Sossusvlei met daarin de Dead Vlei en Duin 45 vond ik het hoogtepunt van de reis. Het is nog mooier rood zand dan op de plaatjes. De Big Daddy beklimmen geeft een gaaf uitzicht op Dead Vlei en dat duurt wel 1,5 tot 2 uur. Je kunt elk moment naar beneden de Dead Vlei inlopen als je het niet volhoudt. Wij sliepen in Sesriem, dat dorpje stelt niets voor: een benzinepomp, een camping en lodge. Het is de ingang van de Sossusvlei. Je mag niet in het donker in de Sossusvlei zijn dus als je zonsopkomst daar wilt zien, moet je in Sesriem zitten, of nog vroeger opstaan. Er zijn wel een paar accomodaties in het park zelf, maar vanwege onze georganiseerde reis heb ik niet gekeken wat die kosten. De camping had mooie plekken aan de randen van de camping. Wij waren hier 2 nachten, dat is op zich genoeg om de Sossusvlei en Sesriem Canyon te bezoeken, maar ik vond het zo’n mooie omgeving, dat ik hier nog een nacht zou zijn gebleven als dat had gekund. Als je echt luxe wilt doen en fantastisch mooi wilt zitten, kun je naar Wolwedans, iets zuidelijker.



De route van de Sossusvlei naar Walvisbaai/Swakopmund is qua natuur heel mooi. Het is ongeveer een dag rijden met stops, en het is heel gevarieerd qua landschappen. Je komt langs Solitaire, het is niet nodig om hier te overnachten, maar het is wel leuk om de beroemde appeltaart te eten en goede koffie te drinken (lekkere koffie was in het hele land moeilijk te vinden). Het boek van Ton van der Lee, Solitaire, is grappig om gelezen te hebben als je er doorheen komt. Je komt kilometers lang door een gebied met droge rivierbeddingen, daarna weer met canyons, je passeert de kreeftskeerkring (stop bij het bord voor een fotomoment) en een gebied met quiver bomen. Daarna wordt het helemaal vlak en uitzichtloos tot Walvisbaai. Hier kun je flamingo’s zien in de baai. Wij hebben in Swakopmund overnacht, een stadje verder dan Walvisbaai. In beiden zijn mooie accomodaties. Het is een prachtige weg langs de kust tussen Walvisbaai en Swakopmund: aan de ene kant de Atlantische Oceaan, aan de andere kant gele zandduinen. 


Solitaire

Swakopmund vond ik een hele leuke plaats. Duidelijk Duitse invloeden, mooi strand, te koud en wild zeewater om te zwemmen. Je kunt hier veel activiteiten doen, wij hebben quad gereden in de duinen met uitleg over de woestijn en dieren via Desert Explorers Adventure Centre. Dat was heel gaaf om te doen en interessant qua informatie. Je kunt het quad rijden ook combineren met liggend sandboarden. Of in een helikopter of vliegtuig boven de Skeleton Coast vliegen, dat klonk ook heel leuk.



Er is een mooie wandelroute door het stadje, langs het strand en een paar oude Duitse gebouwen. De uitzichttoren Damaratoren is grappig om te beklimmen, dan heb je uitzicht over de stad en zie je duidelijk de grenzen van de woestijn en oceaan. Je kunt in de bibliotheek de sleutel vragen voor een paar euro. Wij hebben gegeten in de restaurants The Tug en Jetty 1905, de een aan het begin, de ander op het uiteinde van de pier. Wel reserveren, ze zijn beiden super goed! Heerlijke vis en zeevruchten. 


Voor restaurant The Tug

Via Cape Cross (alleen voor de 100.000 zeerobben is het omrijden zeker de moeite waard) zijn we naar Brandberg gegaan. Ik hoor dat mensen Brandberg of Spitskoppe/Erongo kiezen als overnachting, dat is beetje vergelijkbaar qua rotstekeningen. Wij vonden Brandberg een prachtige omgeving. Je kunt (verplicht met een gids) de wandeling naar de Dancing Lady rotstekening maken. Onderweg krijg je interessante informatie over de flora en fauna in dit gebergte. De White Lady Lodge camping is een aanrader, de lodge zelf ook met losse eenvoudige huisjes. 



Vanuit Brandberg/Spitskoppe/Erongo heb je de keuze richting Palmwag voor de woestijnolifanten of naar Khorixas voor geologische bezienswaardigheden. Wij deden het laatste en gingen vanuit Khorixas naar Twijfelfontein richting het Westen. Hier in de buurt is een stenen bos (miljoenen jaren oude boomstammen die liggen), granieten orgelpijpen, een verbrande berg en rotstekeningen. De wandeling langs de rotstekeningen (ook verplicht met een gids) vonden wij zeer de moeite waard. Naar het Oosten is de Vingerklip, een monoliet.

We sliepen bij Igowati, dat vind ik geen aanrader, een rare plek midden in het dorp tegenover een benzinepomp en supermarkt.



De Himbastam bezoeken is omstreden. We hebben dat wel gedaan vanuit Oppi Koppi in het dorpje Kamanjab. Dat is geen bijzondere plek. In het Himbadorp zaten alleen maar jonge vrouwen en kleine kinderen, we kregen geen duidelijk antwoord waar de mannen, tieners en bejaarden waren. In de supermarkt vlakbij het dorp zie je de Himbavrouwen topless boodschappen doen, heel onwerkelijk: met een scanner, mobieltje, op blote voeten en met een auto wegrijden. Ze waren vrij onvriendelijk in het dorp, het was best duur om erin te mogen en de vrouwen zaten verveeld onder bomen in de schaduw. Toen wij aan kwamen lopen, gingen ze bij elkaar zitten op kleedjes om armbandjes en houtsnijwerk te verkopen. En boos kijken als je niet meteen iets kocht. Ik zou er niet meer naar toe gaan en het niemand aanraden.

Ik sprak iemand die een bosjesmannen toer heeft gedaan. Dat vonden ze heel leuk, maar die bosjesmensen trekken na de toer ook gewoon weer hun spijkerbroek aan. Zij lopen niet naakt rond overdag en doen dat voor de toeristen en geven die rondleidingen om hun cultuurgoed in stand te houden.


In Etosha is het belangrijk om binnen het hek te logeren. Wij zaten net buiten het hek en dat zou ik nooit doen als ik het zelf zou regelen. Het zal wel goedkoper zijn dan in het park zelf, maar je mag alleen met daglicht het park in. En juist bij zonsopkomst en zonsondergang zijn alle dieren het meest actief. Dan mag je dus niet in het park als je niet in het park zelf overnacht. Echt heel vervelend, we stonden om 6 uur op, stonden om half 7 voor de poort met veel anderen en in het Namibisch tempo waren we niet voor 7 uur in het park. Dan heb je nog een half uur dat dieren actief zijn. Tussen 11-15 uur gebeurt er weinig qua dieren, die liggen vooral of staan stil en onze lodge was te ver uit het park om heen en weer te rijden. Let er ook op dat je meteen een permit koopt voor alle dagen dat je erin wilt zijn, je moet bij de poort in de rij en om te betalen in het kamp ook nog een keer. Dat kost tijd.

Ik zou 1 nacht in het westen van het park gaan zitten (in Okaukujo) en dan de dag erna naar de oostkant van het park rijden en daar overnachten in het park (in Namutoni). Dan ga je via de Oostgate eruit en weer richting Windhoek of de Caprivistrook of Botswana. Wij waren drie dagen in Ethosha maar na twee dagen hadden we al genoeg olifanten, leeuwen, giraffen en allerlei bokken gezien. Je rijdt van waterhole naar waterhole en het is geluk hebben wat je ziet. We stonden bij een waterhole en dat was net een natuurdocumentaire met twee parende leeuwen tussen struisvogels, koedoes, zebras en andere bokken. Toen kwam er een kudde olifanten om te zwemmen in de waterpoel dus de leeuwen gingen een stukje verderop liggen. Aan de overkant kwamen ook nog drie giraffen drinken toen de olifanten weer weg waren. Echt super gaaf om te zien en allemaal binnen een uur. Soms stonden we een half uur bij een waterpoel en kwam er geen enkel dier.


Onze laatste stop was Okonjima, een private game reserve. Dat was super. Hier hebben we heel veel luipaarden en cheetahs gezien die we in Etosha niet gezien hebben, daar is Etosha veel te groot voor. In Etosha moet je op de wegen blijven en in Okonjima moet je met een ranger en die rijdt over struiken en zelfs bomen om zo dicht mogelijk bij de dieren te komen. En ze vertellen er heel veel bij, zeer informatief. We hebben hier ook heel leuk gewandeld. Waterberg moet ook nog mooi zijn, dat is 20 kilometer vanaf Okonjima, maar daar zijn wij niet geweest.



Tussen Etosha en Windhoek/Zuid-Afrika ligt een 2 baans asfaltweg, daar mag je 120 al komen er regelmatig dieren op en over de weg. De dorpen tussen Etosha en Windhoek stellen heel weinig voor, niet echt een bezoek waardig. We stopten voor een handwerkmarkt in Okanhandja, dat is wel aardige stop (let op, NA het dorp vanuit Etosha gezien, niet die IN het dorp zelf). In het dorp zelf is oorlog tussen stammen en later ook met Duitsers geweest, maar die overblijfselen vonden we echt niet de moeite waard.  


 

Waarom naar Namibie in juli/augustus?

  • Namibie is heel erg veilig. In Windhoek is het niet verstandig om 's avonds over straat te lopen, maar verder was het overal veilig.

  • Qua gezondheid is het heel schoon en het drinkwater komt diep uit de grond, ik heb niemand gehoord die buikgriep heeft gekregen.

  • Het eten is heel lekker, veel uit zee en wild (herten, zebra’s, struisvogels ed). Supermarkten zijn goed gesorteerd met veel groenten.

  • Het is super makkelijk om zelf te rijden met een huurauto. Het grootste gedeelte van de wegen is onverhard en het zijn wel best lange afstanden. Daardoor doe je best lang over een relatief korte afstand. Ze zeggen dat je uit voorzorg bij elke benzinepomp moet tanken, maar op de kaart staan alle pompen en die zijn er genoeg.

  • Het weer is heel fijn. Overdag rond de 25 graden. ’s Nachts wel koud (5-10 graden). De zwembaden waren wel heel koud daardoor. 

  • Je hebt geen tijdverschil met Nederland dus geen jetlags en KLM vliegt rechtstreeks naar Windhoek.


bottom of page