Dit recept maak ik al jaren en ik weet niet eens meer waar het vandaan komt. Eerst deed ik er ook spekjes in, maar sinds onze vegetarische leefstijl laat ik die weg. Door de zoute tamari mis ik die smaak niet eens. Ik neem willekeurig spitskool of Chinese kool. Het voordeel van Chinese kool vind ik de combinatie van de harde binnenkant en de zachte buitenkant. Door die twee verschillende texturen geeft dat een ander gevoel in je mond.
Ingrediënten
200 gram garnalen
4 eetlepels tamari (of ketjap maar dat is minder sterk van smaak)
2 eieren
2 eetlepels wokolie, ghee of kokosolie
1 ui, gepeld en gesnipperd
1 teentje knoflook, geperst
1 prei, in dunne halve ringetjes
1/2 spitskool of Chinese kool in reepjes
200 gram zilvervliesrijst
kroepoek (naar smaak)
gefruite uitjes (naar smaak)
Himalaya zout
peper
Bereiden
Kook de rijst volgens de aanwijzigingen op de verpakking.
Ik gebruik meestal grote diepvriesgarnalen. Ontdooi ze in warm water en dep ze droog met keukenpapier. Bak de garnalen in de olie tot ze roze zijn (paar minuten) en schep ze op een bord. Schenk de tamari over de garnalen.
Bak in het overgebleven vet de ui en knoflook in een paar minuten glazig.
Doe de prei en spitskool erbij en blijf een minuut of vijf roeren op hoog vuur.
Breek de eieren erbij en roer tot de eieren gestold zijn.
Voeg de afgegoten rijst en de garnalen met tamari toe en warm ze nog even mee.
Serveer het met gefruite uitjes en kroepoek apart.
Portie: 2 personen
Bereidingstijd: 20 minuten